Geeft tekst op die het bericht moet bevatten. Met inhoud:bananen worden bijvoorbeeld alle items met het woord "bananen" gevonden.

van:

Geeft de naam of het e-mailadres van een afzender op die zich in de kop Van bevindt. Dit kan tekst zijn zoals in "John Smith III", een e-mailadres zoals " joe@acme.com", of een domein zoals " zimbra.com".

aan:

Zelfde als Van:, behalve dat dit één van de mensen opgeeft aan wie de e-mail is geadresseerd in de kop Aan: .

cc:

Zelfde als Van:, behalve dat dit een ontvanger opgeeft in de kopCc: van het bericht.

onderwerp:

Geeft tekst op die moet verschijnen in de onderwerpkop van het bericht. Een voorbeeld kan zijn onderwerp:nieuw vakantiebeleid.

in:

Geeft een map op. Bijvoorbeeld, in:verzonden toont alle items in je map Verzonden .

heeft:

Geeft een attribuut op dat een bericht moet hebben. De soorten objecten die je kunt opgeven, zijn "attachment", "phone" en " url". heeft:bijlage zou bijvoorbeeld alle berichten vinden met een of meer bijlagen van elk willekeurig type.

bestandsnaam:

Geeft de bestandsnaam van een bijlage op. Met bestandsnaam: query.txt worden bijvoorbeeld alle berichten gevonden met een bestandsbijlage met de naam "query.txt".

type:

Geeft een zoekopdracht op binnen bijlagen van een opgegeven type. De soorten bijlagen die je kunt opgeven zijn "text", "word", "excel" en " pdf". Met type:word hallo worden bijvoorbeeld alle berichten gevonden met bijlagen die Microsoft Word-documenten zijn en die in de bijlage het woord "hallo" bevatten.

bijlage:

Geeft alle items met een bepaald soort bijlage op. bijlage:word vindt bijvoorbeeld alle berichten met Word-bijlagen.

Opmerking:   Als je geen bijlage hebt gevonden die in een niet-westerse taal zijn geschreven, raadpleeg je Problemen met bijlagen met niet-Westerse talen zoeken.

is:

Zoekt naar berichten met een bepaalde status. Toegestane waarden zijn "niet-gelezen", "gelezen", "gevlagd", " niet-gevlagd", "verzonden", "concept", "ontvangen", "beantwoord", "niet-beantwoord", "doorgestuurd", niet-doorgestuurd", "overal", "extern" (in een gedeelde map), "plaatselijk", "verzonden" en "solo"

 Met

 is: niet-gelezen vind je bijvoorbeeld alle niet-gelezen berichten.

is:solo zoekt naar e-mailberichten die nog niet zijn beantwoord.

Het vervolgkeuzemenu Status in de geavanceerde filters bevatten deze opties.

datum:

Gebruik dit trefwoord om een datum op te geven. Je kunt een absolute datum (mm/dd/jjjj of jjjj/dd/mm) of een relatieve datum (+/- nnnn [uur, dag, week, maand, jaar]) gebruiken. Gebruik de standaardindeling voor de landinstelling van je browser. Voor Engels (Verenigde Staten) is deze indeling bijvoorbeelddatum:2/1/2012 , hiermee vind je berichten van 1 februari 2012.

Het groter dan-symbool (datum:>DATUM) is hetzelfde als na:DATUM. Het kleiner dan-teken (datum:>DATUM) is hetzelfde als voor:Datum.

na:

Geeft e-mail op die na een bepaalde datum is verzonden. na:2/1/2010 geeft bijvoorbeeld e-mail op die na 1 februari, 2010 is verzonden.

voor:

Hetzelfde als na: behalve dat dit e-mail opgeeft die vóór de opgegeven datum is verzonden.

grootte:

Geeft berichten op waarvan de totale grootte, inclusief bijlagen, een opgegeven aantal bytes, kilobytes of megabytes is.  Met grootte:12 kb worden bijvoorbeeld berichten gevonden die precies 12 kb groot zijn. De symbolen groter dan (>) en kleiner dan (<) kunnen worden gebruikt in plaats van de trefwoorden groter of kleiner.

groter:

Lijkt op grootte:, behalve dat het groter dan de opgegeven grootte opgeeft.

kleiner:

Lijkt op grootte:, behalve dat het kleiner dan de opgegeven grootte opgeeft.

label:

Zoekt naar berichten die met een specifiek label zijn gelabeld. Met label:geel wordt bijvoorbeeld gezocht naar berichten waarop een label met de naam "geel" is toegepast.